Op deze pagina kunt u historische informatie vinden. Deze pagina bevat zowel informatie over het ontstaan van gilden in het algemeen als over de historie van ons eigen gilde. Daarnaast is een overzicht opgenomen van alle tot nu toe bekende koningen van ons gilde. In de toekomst is het de bedoeling hier afbeeldingen van de bijbehorende koningsschilden bij te plaatsen. Daarnaast is een stukje opgenomen over de kringdag in 2003 welke door de twee nog bestaande Waalwijkse gilden is georganiseerd. Dit was een van de hoogtepunten in de geschiedenis van het gilde. Ook kunt u meer te weten komen over onze patroonheiligen St. Crispinus & St. Crispinianus. Tot slot is de geschiedenis van de voor ons gilde zo belangrijke schoen- en lederindustrie in de Langstraat geschetst.
Ø Gilden; Oorsprong en betekenis
Ø Het gilde van Besoijen: Historie
Ø St. Crispinus & St. Crispinianus
Ø Lederbewerking in de Langstraat
De gilden vinden hun oorsprong in de middeleeuwen.
Er zijn drie belangrijke groepen gilden te onderscheiden:
Schuttersgilden
Oorspronkelijk was een schuttersgilde een keurkorps gerekruteerd uit de
manschappen van een landheer.
Later waren het met name stadslegers. Ze werden ook
wel 'eed', 'serment' of 'confrérie' genoemd.
Godsdienstige verenigingen en broederschappen
Broederschappen ontstonden in de Middeleeuwen en waren door de Rooms Katholieke
kerk goedgekeurde verenigingen van leken met een godsvruchtig doel;
het waren vaak beoefenaars van een
bepaald ambacht die een eigen schutspatroon hadden, meestal met een eigen
altaar in de kerk of een eigen kapel. Sommige ambachtsgilden zijn later uit de
broederschappen ontstaan. Ook de Rederijkers zijn voortgekomen uit deze
godsdienstige verenigingen. Dorpsgilden waren feitelijk kerkelijke
broederschappen en kregen langzamerhand het karakter van een schutterij.
Ambachtsgilden
Het belangrijkst was ook hier het onderhouden van de goddelijke dienst in een
kerk. De economische aspecten waren een bijkomend element. In deze periode kwam
het geregeld voor dat mensen uit verschillende ambachten lid waren van een en
hetzelfde gilde. Dit heeft vermoedelijk ook te maken met het feit dat een gilde
vaak een eigen altaar of zelfs een kapel onderhield. Aan het hoofd van een
gilde stond de deken of gildemeester (ook andere benamingen kwamen voor).
Naast deze drie typen gilden worden de koopmansgilden meestal apart
aangeduid. Deze gilden waren vrijwel zeker de eerste gilden die zijn ontstaan.
Ze bestonden al in de Germaanse en Romeinse tijd. In de loop van de 16e eeuw
verdwenen veel van de koopmansgilden.
Een wat aparte groep waren de rederijkerskamers. Zij ontstonden met name in de 15e eeuw, maar literaire broederschappen -
waar ze deels uit voortkwamen - bestonden al enkele eeuwen daarvoor.
Oorspronkelijk stonden de leden van dit gilde de geestelijkheid bij, bij de
regeling van kerkelijke feesten. Later werden het meer en meer culturele
verenigingen waarbij met name het schrijven van
toneelstukken centraal stond. Tot hun leden behoorden - in tegenstelling tot de
overige gilden - soms ook vrouwen. De Rederijkers stonden hoger aangeschreven
dan de 'gewone gilden', wat onder andere blijkt uit het feit dat Rederijkers
vrijstelling kregen van de betaling van bepaalde accijnzen.
Maar er bestonden bijvoorbeeld ook studentengilden. De oudst bekende is
die in Douai, daterend uit de 14e eeuw. Daarnaast
waren er in de late Middeleeuwen diverse geheime broederschappen, die zich al
dan niet met occulte zaken bezig hielden.
Na de reformatie in 1578 verdwenen veel van de puur godsdienstige verenigingen.
Vooral de gilden van de ambachtslieden bleven over. Bij deze ambachtsgilden
werden de economische belangen vanaf dat moment veel belangrijker, al bleef er
over het algemeen wel een nadrukkelijke binding met de kerk.
Het gilde St. Crispinus & St. Crispinianus is een schuttersgilde wat op 25
oktober 1838 is opgericht in de voormalige gemeente Besoijen. Deze gemeente is
sinds 1922 samen met de gemeente Baardwijk opgegaan in de gemeente Waalwijk.
In die tijd ontstond er bij enkele burgers in Besoijen de behoefte om zich met gelijkgezinden in met name beroep en geloofsovertuiging te verenigen in een gilde. Op deze manier kon men onder meer de beroepsbelangen beschermen, elkaar steunen in tijden van nood en daarnaast ook de schietsport beoefenen en samenzijn. Met andere woorden: Broederschap. Naar alle waarschijnlijkheid is het gilde voortgekomen uit een ander gilde; het gilde St. Crispijn & St. Crispinianus van Waalwijk en Besoijen dat in 1793 werd opgericht maar in 1932 weer "slapende" werd. Een gilde kan namelijk nooit opgeheven worden, maar wordt inactief en kan ten alle tijden weer heropgericht worden.
Detail van een kaart van Brabant van Johannes Condet uit 1748
Kaart van Besoijen (vóór 1922)
In Besoijen waren het schoenfabrikanten, leerlooiers en schoenmakers die het
gilde oprichtten. Dit waren beroepsgroepen die destijds in de gehele langstraat
de meest voorkomende beroepsgroepen waren. De langstraat, en vooral Waalwijk,
stond en staat bekend als het centrum
van de schoenen- en lederindustrie. In de beginjaren van het gilde kon men
enkel lid worden als men in deze beroepsgroep werkzaam was, een gegeven waarvan
echter na enkele tientallen jaren werd afgestapt.
Gilde in 1918
Als beschermheiligen werden St. Crispinus & St. Crispinianus gekozen,
beschermers van schoenmakers en leerlooiers. In die tijd waren er in Besoijen,
Waalwijk en omstreken meerdere gilden en ook wel andere verenigingen die
Crispinus en Crispinianus als beschermers hadden, tegenwoordig is het
Besoijense gilde echter nog de enige die overgebleven is.
Gilde in 1963
Gilde in 1976
Gilde in de huidige verschijning
Op dit moment telt het gilde ongeveer 30 leden; een mix van jong en oud van 15 tot 90 jaar oud.
De traditionele gildegebruiken worden nog steeds uitgedragen. Dienstbaarheid en trouw aan kerkelijk en wereldlijk gezag worden jaarlijks bevestigd door middel van het vernieuwen van de eed van trouw aan kerkelijke en wereldlijke overheid op de zogenaamde Staatsiedag. Traditiegetrouw zijn de pastoor van de parochie Sint Jan-Maria en de burgemeester van Waalwijk respectievelijk Gildeheeren Beschermheer.
|
|
|
Schieten op de wip (kaliber .22LR) |
|
Schieten met het luchtgeweer (kaliber 4.5 mm/.177) |
Verder is in 2004 het schietterrein vernieuwd door het plaatsen van nieuwe
schietbomen (die aan de huidige milieueisen voldoen) en is een jeu de boulesbaan aangelegd. Het gilde is aangesloten bij de NoordbrabantseFederatie van Schuttersgilden en maakt
binnen deze federatie deel uit van kring Maasland. Ook is het gilde in 2007, na
aanleiding van het verschijnen van de Circulaire Wapens en Munitie 2005, lid
geworden van de Vereniging
Brabantse Gildeschutters (VBG); een afdeling van
de Koninklijke Nederlandse Schutters Associatie
(KNSA).
De gildekamer is gevestigd in café Centraal in de Grotestraat te Waalwijk. Hier worden onder andere de maandelijkse vergaderingen gehouden en ook wordt op deze locatie verzameld wanneer het gilde naar buiten moet treden op bijvoorbeeld de staatsiedag.
Samenwerkinggilden uit Baardwijk enBesoijen
Op 15 juni 2003 heeft het Besoijense gilde in het kader van het 700-jarig
bestaan van Waalwijk, samen met het gilde St. Ambrosiusvan Baardwijk de kringdag voor de gilden van kring Maasland georganiseerd. Dit
evenement, waarbij méér dan 1200 gildenbroeders en -zusters aanwezig waren, is
één van de hoogtepunten van het jubileumjaar 2003 geworden.,
mede door het schitterende weer. Op deze dag konden de bezoekers proeven van
het gildenwezen en alle hedendaagse gildendisciplines, zoals schieten met
geweer, hand- en kruisboog, vendelen, trommen, jeu de boules
, en standaardrijden. Ook de tentoonstelling
van het vele koningszilver en gildenattributen trok veel belangstelling. Voor
het Besoijense gilde is het organiseren van een dergelijk evenement, met zijn
beperkte ledenaantal en middelen een prestatie, waarop trots gegaan mag worden.
Uiteraard hebben we deze prestatie samen met het gilde van Baardwijk neergezet.
De onderlinge band tussen de twee gilden en de contacten tussen de
gildebroeders zijn dan ook verstevigd door deze kringdag.
Een van de typische gildetradities is het koningsschieten.
Bij het Besoijense gilde wordt tegenwoordig om de 2 jaar koning geschoten.
Vroeger was dat om de 4 jaar, maar omdat de kans klein was dat hiermee een
keizer binnen het gilde kon komen, werd overgegaan tot een 2- jaarlijk gebeuren. Een koning is binnen het gilde één van
de belangrijkste functies. Het koningsschieten kan in
de regel op 2 manieren plaatsvinden. De eerste manier is d.m.v. het schieten
volgens een puntensysteem, waarbij de beste schutter, vaak, maar echter niet
altijd, de koningstitel wint. Het Besoijense gilde schiet op deze manier koning
( met het geweer, "op wip". De "wip"is een metalen plaatje
dat bovenop een mast of spil staat die afgeschoten, en vervolgens met een
touwtje (dat aan het plaatje vastzit) weer opgetrokken kan worden.
De tweede manier is die waarbij met geweer of kruisboog op een houten vogel
wordt geschoten. Het "naar de vogel schieten" is een al zeer oud
volksvermaak, dat al bestond voordat de eerste schuttersgilden opgericht
werden. Deze vogel werd geplaatst op een houten paal van ongeveer 16m. hoogte.
Diegene die het laatste stuk van de vogel afschoot eigende zich de komende
periode de titel van koning toe. De factor toeval ontbreekt
begrijpelijkerwijs in dit gebeuren zeker niet, en niet zonder reden: alle
schutters, dus ook de mindere geoefende, kunnen de koningstitel winnen; het is
dus min of meer vragen om een godsoordeel; hierdoor zou de koning "zuiverder"en
"eerwaardiger" zijn. Een koning moest echter wél nog door het
bestuur "waardig" bevonden worden…Indien iemand drie maal achtereen
koning had geschoten, werd deze de titel van keizer toegekend. Van de 2 nog
bestaande Waalwijkse gilden heeft enkel het Baardwijkse gilde St. Ambrosiuseen keizer.
Het koningsschap brengt de nodige rechten en verplichtingen met zich mee. één
van de verplichtingen is dat de koning aan het gilde een zilveren schild dient
te schenken. Op dit schild werd naast de naam van de koning, ook vaak het
beroep van de betreffende koning uitgebeeld. In de oprichtringsperiodevan het Besoijense gilde was het lidmaatschap van het gilde slechts
voorbehouden aan schoenmakers,lappers, leerlooiers
enz. De bedoeling hierachter was, om door middel van het gilde de belangen van
deze beroepsgroep te vertegenwoordigen en /of te beschermen. Later is deze
bepaling komen te vervallen, zodat ook andere beroepsgroepen lid van het gilde
konden worden.
Het Besoijense gilde beschikt over een vrijwel complete, en chronologische
verzameling koningszilver. Een hiaat hierin betreft de periode 1906-1919. De
namen van de koningen in die periode zijn welliswaarbekend, echter ontbreken de betreffende koningsschilden. Onduidelijk is wat
hiervoor de reden is geweest. Verder werd tijdens de tweede wereldoorlog door
het gilde geen koning geschoten, doordat de bezetter de wapens van het gilde
ingenomen had.
Een verzameling koningszilver zoals die van het Besoijense gilde is binnen het
gildewezen eerder uitzondering dan regel. Oorzaak zal waarschijnlijk zijn dat,
in gildetermen gesproken, het Besoijense gilde een
relatief jong gilde is. In de loop der jaren is bij veel gilden n.l. om
uiteenlopende redenen veel van het vaak zeer oude koningszilver verloren
gegaan. Van sommige gilden is zo b.v. bekend dat in de19e- eeuw het gildezilver door de kerkelijke overheid
is omgesmolten tot kerkzilver.
De collectie koningszilver is bij het Besoijense gilde op twee vesten
(kazuifels) vastgemaakt. Het eerste exemplaar (met koningsvogel en juweel)
wordt in optochten e.d. door de koning gedragen. Vroeger werden bij sommige
gilden de losse koningsschilden ook wel met kleine ringen aan elkaar verbonden
en dan als een ketting om de nek van de koning gedragen. In een dergelijk geval
spreekt men dan wel van een "breuk". Ook het Besoijense zilver is
vroeger als "breuk"gedragen. De hiervoor benodigde gaten zijn in
sommige van de koningsschilden nog terug te vinden.
Bij nagenoeg alle gilden is het zo dat het centrale stuk van de koningsbreuk -
of kazuifel wordt gevormd door een afbeelding van de patroonsheilige(n), op de
zgn. patroonsplaat (ook wel juweel genaamd). Op de Besoijense patroonsplaat
zijn de 2 heiligen afgebeeld met in de ene hand een palmtak, als symbool van
martelaarsschap, en in de andere hand (linkerfiguur) een bijl, een verwijzing
naar de manier waarop zij aan hun einde waren gekomen. De patroonsplaat heeft
een zilvermerk uit 1842.
Koningszilver Gilde St. Crispinus & St. Crispinianus van Besoijen
Vanaf de oprichting in 1838
|
|
Schildnr. 1 Koningnr.: 1e koning Jaar: 1842 Naam: C. Couwenberg Tussenperiode: 4 jaar
|